Over de spiegel van de ziel
In een land niet eens zo heel ver hier vandaan - leefden eens een koning en een koningin.
Ze regeerden samen over een vredig, sociaal en vriendelijk land, en hadden werklust maar vooral ook kunstzin hoog in het vaandel.
Eens per jaar schreef het koninklijk echtpaar een kunstwedstrijd uit. Kunstenaars uit allerlei disciplines dongen mee naar deze prestigieuze prijs. Want men kreeg niets minder dan een grote zak met geld en een plaats voor hun werk in het paleis. Na bijna een kwart eeuw kon je het een paleis eigenlijk wel een klein museum voor schone kunsten noemen.
Kunstenaars uit allerlei disciplines dongen elk jaar mee naar de prijs. Ze maakten de prachtigste schetsen, ontwerpen en composities.
Dit jaar vierde de prijs haar 25e verjaardag. Een bijzonder jaar waarvoor de koning en de koningin een speciale opdracht hadden bedacht. In plaats van een landelijke wedstrijd waren slechts twee kunstenaars uitgenodigd. Beide kunstenaars mochten naar het paleis komen naar de koninklijke ateliers. Ze waren daar hard aan het werk gegaan - daar kunnen we niets van zeggen - en maakten de mooiste kunstwerken ooit aanschouwd in het koninkrijk.
Maar tijdens de werkperiode in het paleis kwamen steeds meer onoirbaarheden aan het licht.
De ene kunstenaar bleek totaal niet aardig, was zelfingenomen en opschepperig. En wat bovenal ergerlijk was dat hij ook de goedbedoelde adviezen in de wind sloeg.
De andere kunstenaar die enorm sociaalvaardig bleek, bedreef de kunst van het stroop smeren.
De stroop drupte als het ware om de monden van de mensen die er op dat moment toe deden.
En naar elkaar toe waren de kunstenaars helemaal niet om te harden. Hier ging hun masker geheel af. Beiden hadden natuurlijk de enige echte waarheid in pacht en dat lieten ze dan ook goed blijken. O, hadden ze maar eens goed in een spiegel gekeken. Gek eigenlijk want er hingen genoeg spiegels daar in het paleis.
De dag van de bekendmaking van de winnaar naderde. De koning en de koningin hadden samen een spoedberaad, want wat te doen? Is kunst gemaakt door een hork nog wel goed en mooi? De koningin kon namelijk het werk van de kunstenaar niet meer bekijken zonder de ziel van de maker er ook in te zien weerspiegeld. Het prachtige glas glinsterde niet meer onbevangen want die nare karaktertrek van de kunstenaar brak er steeds doorheen. En ook de sereniteit van de houten sculptuur van de andere kunstenaar was aangetast door zijn gluiperige en zelfs gemene uitspraken.
Ach, de hele oorspronkelijke luister van beide werken was onherroepelijk bedorven. De koning was eerst minder streng in de leer, maar toen hij er maar even verder over nadacht was hij het met de koningin eens. Een werk moet altijd voor zich zelf kunnen spreken. Vanaf nu willen wij niet meer weten wie het werk heeft gemaakt. Dus ook geen kunstenaars meer over de vloer.
Zo gezegd zo gedaan.
De koning en de koningin lieten zich voortaan alleen nog maar verrassen door anonieme kunstwerken. De lakei haalde de werken op in het atelier en bracht ze naar de toonzaal. Zo leerde het koninklijk echtpaar de kunstenaar achter het werk nooit kennen en konden ze ongestoord genieten en lang en gelukkig leven van hun pracht en praal.
En de prijs? Is die wel uitgereikt? De zak geld werd zonder tromgeroffel door de lakei uitgereikt bij de kunstenaar thuis. Het kunstwerk kreeg een plaats in het paleis achter een pilaar zonder enige zichtlijn, zodat de koning en de koningin er niet meer aan herinnerd werden.